praktijk handboek voor de pedicureopleiding

• Handleiding technieken pedicurebehandeling

Inrichten van de instrumententafel:

Het inrichten van de instrumententafel is essentieel voor een efficiënte en georganiseerdewerkomgeving. Hier volgt een stapsgewijze aanpak voor het georganiseerd inrichten van de instrumententafel en klaar voor gebruik:

Bovenblad:

• Werkblad afdekken met een dental towel: Zorg ervoor dat het werkblad bedekt is met een schone dental towel.

Achterste rij:

De volgorde van de achterste rij hangt af van of je rechts- of linkshandig bent.

• Voor rechtshandigen: Begin aan de rechterkant en werk naar links.
• Voor linkshandigen: Begin aan de linkerkant en werk naar rechts.

De achterste rij moet in de volgende volgorde worden ingericht:

• Wattenpot (afsluitbaar met deksel) – Plaats dit eerst in de rij, zodat het gemakkelijk bereikbaar is voor gebruik tijdens de behandeling.
• Alcohol 80% (dispenser voorzien van etiket) – Voor het desinfecteren van instrumenten of oppervlakken.
• Nagel- en/of eeltverweker (pipetflesje voorzien van etiket) – Voor het verweken van eelt of hoornstof in de nagelplooi.
• Fysiologische zoutoplossing (pipetflesje voorzien van etiket) – Deze wordt gebruikt voor spoelen of reinigen van wonden.
• Dettol wondspray (of middel met RVG-nummer of alcohol 80%) – Dit middel kan gebruikt worden voor ontsmetting van de huid of wonden.
• Petroleumether – Wordt o.a. gebruikt bij week eelt te verharden, het ontvetten van de huid, verwijderen van pleisterresten en het neutraliseren van transpiratiegeurtjes. NB: Het is belangrijk om petroleumether in de originele verpakking te bewaren voor veiligheid en voor een correcte identificatie. Petroleumether is een brandbaar en vluchtig middel.
• Petrischaaltje (of schaaltje / bakje) – Dit schaaltje wordt gebruikt om vuile, gebruikte freesjes te verzamelen.
• Frezenstandaard (afsluitbaar) – Zorg ervoor dat de standaard na het pakken van een freesje weer wordt afgesloten, zodat de schone freesjes niet vervuild kunnen raken.

Middelste rij:

• Wattenpincet – Plaats dit pincet dwars op de rij voor de wattenpot. Wordt gebruikt voor het uitnemen van wattenschijfjes uit de wattenpot.
• Frezenpincet – Dit pincet wordt dwars geplaatst voor de frezenstandaard. Wordt gebruikt voor het uitnemen van schone freesjes uit de frezentandaard.

Voorste rij:

De volgorde voor de voorste rij hangt wederom af van of je rechts- of linkshandig bent:

• Voor rechtshandigen: De volgorde is van rechts naar links.
• Voor linkshandigen: De volgorde is van links naar rechts.

De voorste rij bevat belangrijke instrumenten die gebruiksklaar moeten liggen. Zorg ervoor dat de tangen de snijvlakken omhoog liggen voor gemakkelijke toegang en correct gebruik.

• Instrumenten in de voorste rij:

• Nageltang (ronde of rechte bek) – Wordt gebruikt voor het knippen van de nagels
• Vellentang – Wordt gebruikt voor het knippen van velletjes. Deze ligt iets hoger ligt dan de nageltang.
• Hoektang – Wordt gebruikt voor het knippen van haakjes of onbereikbare hoekjes van de nagel om bijvoorbeeld ingroeiende nagels te voorkomen.
• Palpator/nagelheffer – De nagelheffer wordt gebruikt voor het reinigen van de nagelomgeving. De palpator wordt gebruikt voor het ontdekken en het lokaliseren van gevoelige plaatsen, als spatel voor gebruik van zalven en bij het drukvrij leggen van een ingroeiende nagel.
• Excavator/hoekvijl – De excavator wordt gebruikt voor het reinigen van de nagelwal. Met de hoekvijl kanzeer precies de nagelrand worden gevijld en kunnen alle losse hoekjes en puntjes die voor ongemak zorgen, worden weggehaald.
• Meshouders nr. 3 (met daarboven steriel mesje nr. 10 en 15) – Leg de meshouders neer met de mesjes er netjes boven.
• Verbandschaar – Wordt gebruikt voor het knippen van pleisters, verband of andere materialen.
• Kocher/vaatklem (niet verplicht, wel op afbeelding) – Wordt gebruik voor het opzetten van steriele mesjes op de meshouder.
• Splinterpincet (niet verplicht, niet op afbeelding) – Als dit gebruikt wordt, plaats het dan naast de andere pincetten. Wordt gebruikt voor het verwijderen van splinters.

Onderblad:

Onder het werkblad moeten bepaalde apparatuur en hulpmiddelen goed opgeborgen zijn.

• Pedicuremotor – Plaats de pedicuremotor onder het blad voor gemakkelijke toegang tijdens de behandeling. Zorg ervoor dat de kabels netjes zijn opgeborgen.

• In een afgesloten plastic box (onderblad): Deze box houdt alles netjes en georganiseerd en beschermd tegen het vuil worden van materialen tijdens de behandeling.

L-Mesitran (wondzalf of ander desinfecterende zalf) – Wordt gebruikt voor het drukvrij leggen van een ingroeiende nagel.

Voetencrème – Voor het incrèmen en verzorgen van de voethuid.

Verbandmiddelen en drukwerende middelen (pleisters, steriele gaasjes, vilt, viltringen, copoline, ligasano fixomull stretch, e.d.) – Alle materialen moeten goed geordend en beschikbaar zijn. Deze moeten in een afgesloten plastic box worden opgeborgen i.v.m. de hygiëne.

Handschoenen – Zorg dat je altijd voldoende handschoenen bij de hand hebt.

Mondmasker – Zorg dat je altijd voldoende mondmaskers bij de hand hebt.

Oogbescherming/bril – Wordt gebruikt voor bescherming van de ogen tijdens de behandeling.

Dental towels – Zorg dat je altijd voldoende dental towels bij de hand hebt.

Steriele mesjes – Neem altijd voldoende steriele mesjes mee. Bewaar deze op een veilige plaats binnen de box.

Mescontainer – Wordt gebruikt voor het verwijderen van steriele mesjes. Bewaar een mescontainer op een veilige plek.

(Koper)borstel – Deze borstel kan gebruikt worden voor het schoonmaken van freesjes. Deze dient apart verpakt te worden i.v.m. hygiëne.

Reinigingsdoekjes / hygiënische doekjes – Worden gebruikt voor het reinigen de pedicuremotor, behandelstoel, werktafel en overige te reinigen oppervlakken.

Afbeelding instrumententafel inrichten voor rechtshandigen

Algemeen:

• Door deze richtlijnen te volgen, zorg je voor een goed georganiseerde en veilige werkplek. Zorg ervoor dat alle materialen duidelijk gelabeld en goed zichtbaar zijn, zodat je weet welke inhoud de verpakking bevat.

• Netheid en hygiëne: Zorg ervoor dat de instrumententafel altijd schoon is. Houd de instrumententafel altijd netjes, overzichtelijk in de juiste volgorde. Het helpt niet alleen bij een efficiënte behandeling, maar bevordert ook de veiligheid en hygiëne tijdens de behandeling.

Installeren van de cliënt / het model:

• Bescherming van de behandelstoel:
• Gebruik een hoeslaken om de behandelstoel te beschermen (afhankelijk van de locatie). Dit mag niet tijdens het examen worden gebruikt.
• Stoelinstelling:
• Zorg ervoor dat de behandelstoel licht gekanteld is.
• Zet de stoel zo ver mogelijk naar achteren zodat er voor de docent voldoende ruimte is om langs te lopen tijdens de behandeling.
• Aanpassen van de beensteun en armleuning:
• Zet de beensteun naar beneden en de armleuning omhoog voordat je de cliënt in de stoel helpt.
• Let op: Laat de cliënt nooit op de stoel plaatsnemen als het beengedeelte omhoog staat, omdat dit de stoel kan beschadigen. Als het beengedeelte niet goed vast zit, kan de cliënt ten val komen.
• Hulp bieden aan de cliënt:
• Help de cliënt waar nodig bij het instappen in de stoel. Dit wordt meegenomen in de beoordeling tijdens het praktijkexamen.
• Plaatsing van tassen en schoenen:
• Zet koffers, tassen en schoenen achter de behandelstoel, zodat deze niet in de weg liggen. Tijdens het examen worden de koffers en tassen buiten het lokaal geplaatst.
• Gebruik van beenschaal en dental towels:
• Plaats een pedaalemmerzak (25L) over de beenschaal ter bescherming.
• Plaats een dental towel in de beenschaal, in de lengterichting.
• Plaats een dental towel onder de voeten van de cliënt.
• Leg een dental towel over de benen van de cliënt.

Werkvolgorde van de behandeling:

• Begin aan de voet met de meeste verrichtingen voor de behandeling
• Desinfectie van de voet
• Indien van toepassing: Afvlakken / verdunnen van pathologische / hypertrofische nagel
• Knippen van de nagels / unguis
• Handmatig verwijderen van hyperkeratosis / eelt, clavus / likdoorn en ragaden / kloven
• Behandelen van een pseudo unguis incarnatus / ingroeiende nagel
• Mechanisch afwerken van de nagels (polijsten)
• Mechanisch afwerken van hyperkeratose / eelt (eelt frezen)
• Verzorgen van de sulci / nagelomgeving reinigen
• Einddesinfectie van de voet
• Indien van toepassing: Drukvrij leggen ingroeiende nagel

• NB: Gedurende de behandeling mag de voet en de eigen handschoenen zoveel mogelijk worden gereinigd en gedesinfecteerd om de hygiëne te waarborgen.

• Behandeling van de andere voet volgens bovenstaande werkvolgorde
• Controle door docent / examinator
• Evaluatie / reflectie van de behandeling

Na controle:

• Plaatselijke desinfectie / nabehandeling van de nagelomgeving van beide voeten:
• Gebruik Dettol Wondspray of alcohol 80% voor de desinfectie van de nagelomgeving. Alternatieven zoals Podilon of Heka kunnen ook worden gebruikt als de huid intact is (zie Bedrijfshandboek).
• Incrèmen van beide voeten

Desinfecteren van de voet:

• Pak met de wattenpincet een wattenschijf uit de wattenpot.
• Maak het wattenschijf goed vochtig met een geschikt desinfectans. Gebruik altijd het desinfectans die wordt aanbevolen in het Bedrijfshandboek voor (medisch) pedicure.
• Desinfecteren volgens de juiste richting:
• Werk steeds van mediaal (midden) naar lateraal (buitenkant) bij het desinfecteren van de voet.

De desinfectie is als volgt:

• Dorsale zijdevoet
• Dorsale zijde tenen
• Tussen de tenen (interdigitaal)
• Plantaire zijde tenen
• Plantaire zijde voet
• Hiel

Gebruik indien nodig een nieuwe wattenschijf. Bijvoorbeeld als de voet nog niet voldoende schoon is of als er nog veel pluisjes van de sokken aan de voeten aanwezig zijn.

Afvlakken / verdunnen van hypertrofische / verdikte nagels:

• Hygiënische- en veiligheidsmaatregelen:
• Draag een mondmasker en een beschermbril om jezelf te beschermen tegen freesstof.
• NB: Tijdens het frezen wordt geen gebruik gemaakt van een wattenschijfje.
• Gebruik van een geschikte frees:
• Pak een roestvrijstalen of keramische frees (of ander geschikte frees) met een frezenpincet uit de frezenstandaard.
• Leg de frees op de werktafel, pak deze vervolgen op met de hand en plaats de frees in het handstuk.

• Instellen van de pedicuremotor:
• Pas het toerental van de motor aan op de grootte van de frees. Gebruik een lager toerental voor grotere frezen.
• Freestechniek:
• Zorg voor fixatie en een steunpunt.
• Pak de teen in de “sigarettengreep” en fixeer de huid van de teentop met je duim.
• Frees de verdikte nagel van proximaal naar distaal (van nagelriem naar nageluiteinde).
• Oefen niet te veel druk uit, maar laat de frees het werk doen.
• Zorg ervoor dat de nagel gelijkmatig wordt afgevlakt tot de gewenste dikte.
• Nazorg:
• Desinfecteer de voetlocatie en de eigen handschoenen als deze in contact zijn gekomen met freesstof.

Knippen van de nagels (unguis):

• Veiligheidsmaatregelen:
• Draag een beschermbril om jezelf te beschermen tegen wegschietende nagelstukjes.
• Kniptechniek:
• Gebruik een geschikte nageltang zoals de kruisveertang, kopknipper of dubbelscharniertang.
• Pak met een pincet een wattenschijf uit de wattenpot en klem deze tussen je ringvinger en pink. Gebruik een droge wattenschijf, voeg geen alcohol toe.
• Werk bij het knippen van de nagels van mediaal naar lateraal.

• §Begin altijd met de hallux (grote teen) en werk naar de vijfde teen.

• Fixeer de teen in de “sigarettengreep” en gebruik je duim om de huid van de teentop enigszins naar beneden te duwen.
• Zodra je de nagel afknipt, leg je de duim voor de bek van de tang om te voorkomen dat de nagel wegspringt.
• Indien het niet lukt om de nagel door te knippen, is het mogelijk dat je een te groot stuk nagel ineens probeert te knippen. Let erop dat hiermee geen pijn veroorzaakt bij de cliënt. Het kan ook voorkomen dat de nagel te dik is. Je dient de nagel dan eerst te verdunnen.
• Probeer niet te wrikken met de tang en zorg ervoor dat je niet de met de punt van de tang in de huid prikt. Je kunt hiermee ook pijn veroorzaken bij de cliënt.
• Maak de tang tussendoor schoon met de wattenschijf.
• Indien nodig, gebruik een hoektang om kleine haakjes van de nagel te verwijderen.
• Knip de nagel in de vorm van de teentop en zorg ervoor dat de nagel niet te kort wordt geknipt.

Zorg ervoor dat de nagel uit de nagelplooi blijft om ingroeiende nagels te voorkomen. Bij de juiste lengte voel je net een randje van de nagel als je je vinger op de teentop legt.

Handmatig verwijderen van hyperkeratosis / pathologisch eelt:

Steriel mesje op de meshouder plaatsen:

• Voor het handmatig verwijderen van eelt plaats je eerst de benodigde steriele mesjes op de meshouder. Je kunt dit met de hand doen, maar uit veiligheidsoverweging gaat de voorkeur er naar uit om dit met behulp van een pincet of kocher te doen.
• Kleine eeltplekken, eeltrandjes of kloven worden gesneden met mes nr. 15.
• Eeltplekken op, onder of tussen de tenen worden altijd gesneden met mes nr. 15.
• Grote eeltplekken worden gesneden met mes nr. 10.

Inweken of verharden eeltlocaties:

• Bij verhard eelt is het mogelijk om het eelt eerst te verzachten, voordat je gaat snijden.
• Je kunt gebruik maken van eeltverweker (aanbrengen op wattenschijfje), eelt reducerende crème of spray en laat dit op de eeltlocatie inweken.
• Je mag het verharde eelt ook eerst bewerken met een frees en verweken met de sprayvloeistof uit de pedicuremotor.
• Indien het eelt juist erg week is, kan je het eelt verharden met petroleumether. Je brengt dit aan op een wattenschijfje en laat dit op de eeltlocatie inwerken.

Snijtechniek:

Er zijn diverse snijtechnieken, de penhoudersgreep en de bovenhandse greep. De voorkeur gaat uit naar de penhoudersgreep om gecontroleerd te snijden.

Een nadeel van de bovenhandse greep is, dat je geen goed steunpunt hebt en geen goede snijtechniek kunt uitvoeren, omdat je meer met het mes schraapt. Tijdens het examen word je hierop beoordeeld. Zorg er dus voor dat je snijtechniek op de juiste wijze wordt uitgevoerd.

• Volg een vaste volgorde voor het werken op de voet:
• Dorsaal voet (bovenkant van de voet)
• Dorsaal tenen (bovenkant van de tenen)
• Interdigitaal (tussen de tenen)
• Plantair tenen (onderkant van de tenen)
• Plantair voet (onderkant van de voet)
• Plantair hiel (onderkant van de hiel)
• Werk altijd van mediaal naar lateraal (van binnen naar buiten).

Neem een wattenschijf met een pincet uit de wattenpot en fixeer deze tussen je ringvinger en pink.

• Fixatie van de huid:

Of fixeer de huid met je duim in tegenovergestelde richting van waar je snijdt, zodat de huid niet beweegt en je een strak snijvlak hebt.

Dit zorgt voor een betere controle tijdens het snijden.

• Voorkom dat je naar je eigen vingers toe snijdt.
• Snijden van eelt:
• Werk altijd met een steunpunt voor extra stabiliteit tijdens het snijden.
• Snijdt het eelt dun en overlappend in kleine plakjes. Het is belangrijk om niet te schrapen, hakken, zagen of te scheppen.
• Snijdt altijd van de huid af en niet naar de huid toe om verwondingen te voorkomen.
• Reiniging van het mes:
• Maak het mes tussendoor regelmatig en voorzichtig schoon op een wattenschijf, waarbij je het mes, met het snijvlak naar boven, afveegt. Dit voorkomt dat je in je eigen hand snijdt.
• Controle van de dikte van het eelt:
• Snijd totdat het eelt geen voelbare randen meer heeft en de huid niet meer als een plak aanvoelt. Als de eeltlocatie nog een stevige structuur heeft, is er nog te veel eelt aanwezig. Het eelt is voldoende verwijderd als je de eeltlocatie kunt samenknijpen en beweeglijk is.
• Als de huid roze wordt, is er te veel eelt verwijderd en moet je stoppen.

Handmatig verwijderen van ragaden / kloven:

Het handmatig verwijderen van ragaden of kloven vereist nauwkeurigheid en de juiste techniek om letsel te voorkomen en een effectieve behandeling te waarborgen.

• Voorbereiding:
• Zet een steriel mesje op de meshouder. Het is belangrijk voor veiligheid om dit met een pincet of kocher te doen in plaats van met de hand.
• Neem een wattenschijf met een pincet uit de wattenpot en fixeer deze tussen je ringvinger en pink.
• Snijden van de kloof:
• Gebruik mes nr. 15 voor het snijden van de kloof.
• Snijd altijd in de lengterichting van de kloof, niet dwars eroverheen.
• Fixeer de huid in de tegengestelde richting van de snijrichting, met een steunpunt om de huid te stabiliseren.
• Behandeling van hard eelt:
• Als het eelt hard is, kun je dit vooraf behandelen met eeltverweker.
• Breng Podinail of een eelt reducerende crème of spray aan op een wattenschijfje en laat dit inwerken op de eeltlocatie.
• Het harde eelt kan ook eerst worden bewerkt met een frees en verweekt met een sprayvloeistof uit de pedicuremotor voor een effectievere behandeling.

• Fixatie van de huid:

Of fixeer de huid met je duim in tegenovergestelde richting van waar je snijdt, zodat de huid niet beweegt en je een strak snijvlak hebt.

Dit zorgt voor een betere controle tijdens het snijden.

• Snijrichting en techniek:
• Snijd altijd langs de lengterichting van de kloof.
• Snijd eerst de rechter rand van de kloof, daarna de linkerzijde. Linkshandigen snijden eerst de linker rand en vervolgens de rechterzijde.
• Snijdt nooit dwars over de kloof heen
• Snijdt altijd met het mes van de huid af om onbedoelde verwondingen te voorkomen.
• Voorkom dat je naar je eigen vingers toe snijdt.
• Mechanische afwerking:
• Na het verwijderen van de kloof kan het eelt, dat zich mogelijk nog rondom de kloof bevindt, mechanisch worden afgewerkt.

Handmatig en mechanisch verwijderen van een clavus / likdoorn:

Het handmatig en mechanisch verwijderen van een likdoorn (clavus) vereist zorgvuldigheid en de juiste techniek om zowel het eelt te verwijderen als de likdoorn effectief te behandelen. Likdoorns onder de voet worden zoveel mogelijk handmatig verwijderd en vervolgens mechanisch afgewerkt.

Handmatig verwijderen van de likdoorn:

• Voorbereiding van het mesje:
• Zet een steriel mesje op de meshouder. Hoewel dit met de hand kan worden gedaan, is het uit veiligheidsoverwegingen beter om dit met behulp van een pincet of kocher te doen.
• Fixatie van de huid:
• Pak een wattenschijf met een pincet en plaats deze tussen de ringvinger en pink.
• Fixeer de huid in de tegengestelde richting van de snijrichting.
• Snijtechniek:
• Verwijder eerst het overtollige eelt evenwijdig aan de omringende huid.
• Gebruik mes nr. 15 voor kleine eeltplekken en mes nr. 10 voor grotere eeltplekken.
• Werk altijd met een steunpunt om de huid stabiel te houdenT

Techniek voor het verwijderen van de likdoorn (clavus):

• Snijd het eelt rondom de likdoorn:
• Verwijder zoveel mogelijk eelt rondom de likdoorn, zodat de likdoorn duidelijk zichtbaar wordt.
• Gebruik mes nr. 15 in de penhoudersgreep en maak halfcirkelvormige bewegingen.
• Zet het mes boven aan de likdoorn, schuin op de huid, met een hoek van ongeveer 10 graden. Plaats het mes niet loodrecht op de huid.
• Beweeg het mes langzaam naar beneden en houd de punt op één plaats. Werk vanuit de elleboog en niet vanuit de pols.
• Draai het mes om, zet het mes weer bovenaan de likdoorn en snijdt aan de andere zijde van de likdoorn door het mes naar beneden te bewegen.
• Stop met de draaiende beweging van het mes zodra je geen zicht meer hebt op de likdoorn.
• Er kan onder aan de likdoorn nog een klein randje overblijven na de "pittechniek", die kan worden weggesneden.
• Herhaal de draaibewegingen totdat de likdoorn vrijwel volledig verwijderd is.
• Mechanisch afwerken:

Na het handmatig verwijderen van de likdoorn kun je de likdoorn mechanisch afwerken.

• Controle:

Test of de likdoorn volledig is verwijderd door op verschillende plekken van de behandelde locatie druk uit te oefenen. De likdoorn wordt als verwijderd beschouwd wanneer de cliënt geen pijnklachten meer ervaart.

Mechanisch verwijderen van een likdoorn:

• Bescherming:
• Draag altijd een mondmasker en beschermbril.
• NB: Tijdens het frezen wordt geen gebruik gemaakt van een wattenschijfje.
• Kies het juiste bolkopfreesje:
• Er zijn verschillende types bolkopfreesjes die je kunt gebruiken, zoals diamantfreesjes, RVS-freesjes of speedfreesjes. De keuze van het type is afhankelijk van de hardheid van het eelt en de likdoorn.
• De maat van het bolkopfreesje hangt af van de grootte van de likdoorn.
• Instellen van de pedicuremotor:
• Stel de pedicuremotor in op een toerental van 30.000 tot 40.000 toeren per minuut.
• Fixatie en steunpunt:
• Fixeer de huid bij de likdoorn goed om te zorgen dat deze stabiel blijft tijdens de behandeling.
• Zorg voor een steunpunt om de controle over het freesje te behouden en de likdoorn veilig te verwijderen.
• Frees de likdoorn:
• Begin met het rechtstandig frezen op de likdoorn, houd het freesje onder een hoek van ongeveer 45 graden ten opzichte van de huid.
• Maak cirkelvormige bewegingen, in de tegengestelde richting van de draairichting van de frees, om het eelt gelijkmatig te verwijderen.
• Behandel de omliggende eeltlocaties:
• De eeltstranden rondom de likdoorn moeten voldoende worden verwijderd. De huid moet glad en gelijkmatig zijn.
• Gebruik een frees die geschikt is voor het verwijderen of frezen van eelt.
• Voltooiing van de behandeling:
• De likdoorn wordt als verwijderd beschouwd wanneer de cliënt geen pijnklachten meer ervaart bij druk op het behandelde gebied.
• Desinfectie:
• Desinfecteer de behandelde voetlocatie
• Desinfecteer de eigen handschoenen als deze in contact zijn gekomen met freesstof.

Behandelen van een pseudo unguis incarnatus / ingroeiende nagel:

Het mechanisch behandelen van een pseudo unguis incarnatus (ingroeiende nagel) vereist zorgvuldigheid, de juiste technieken.

Mechanisch behandelen van een ingroeiende nagel:

• Bescherming:
• Draag een mondmasker en beschermbril.
• NB: Tijdens het frezen wordt geen gebruik gemaakt van een wattenschijfje.
• Onderzoek de ingroeiende nagel:
• Gebruik een excavator om de ingroei van de nagel te onderzoeken. Voel waar de nagel in de huid drukt en controleer de locatie van de ingroei. Je kunt weerstand voelen waar de nagel in de huid drukt.
• De cliënt kan aangeven waar zich de pijn bevindt bij het lokaliseren van de ingroei.
• Fixeer de huid:
• Trek de nagelplooi voorzichtig open door de teen aan de onderzijde vast te houden met je duim en wijsvinger. Dit zorgt voor voldoende zicht en toegang tot de ingroei.
• Gebruik de juiste frees:
• Als de nagelrand of -hoek in de huid drukt, gebruik dan een fissuurfrees (of een bolkopfrees) om de ingroei voorzichtig te behandelen.
• Stel de pedicuremotor in op een toerental van 30.000 – 40.000 toeren per minuut.
• Draairichting van de pedicuremotor:
• Het is cruciaal om de pedicuremotor de juiste draairichting te geven:
• Behandel de linker nagelplooi vanuit je zelf gezien met een rechtsdraaiende motor (d.w.z. draaiende naar rechts).
• Behandel de rechter nagelplooi vanuit je zelf gezien met een linksdraaiende motor (d.w.z. draaiende naar links).
• Dit voorkomt dat de nagel tijdens het frezen omhoog wordt geduwd, wat een wondje en pijn kan veroorzaken bij de cliënt.
• Freestechniek:
• Fixeer de huid, trek de nagelplooi goed open en frees met behulp van een steunpunt om de controle te behouden.
• Werk met de punt van de frees in de nagelplooi, precies onder de nagelrand, en beweeg de frees evenwijdig aan de nagelplooi naar je toe. Frees van proximaal naar distaal (richting het nageluiteinde).
• Frees alleen het gebied waar de ingroei plaatsvindt. Freest niet in de nagelplaat zelf om een sleuf in de nagel te voorkomen en raak de huid zo min mogelijk om huidbeschadiging te voorkomen.
• Verwijdering van eelt:
• Bij eeltvorming in de nagelplooi kun je een bolkopfreesje gebruiken om het eelt voorzichtig te verwijderen.
• Afronding van de behandeling:
• De ingroeiende nagel is effectief behandeld wanneer de cliënt geen pijnklachten meer ervaart.
• Desinfectie:
• Desinfecteer de voetlocatie grondig om infecties te voorkomen.
• Desinfecteer de eigen handschoenen als deze in contact zijn gekomen met freesstof.

Handmatig behandelen van een ingroeiende nagel:

Door deze methode toe te passen, kun je de ingroeiende nagel effectief verlichten en de cliënt pijnverlichting bieden zonder onnodige beschadiging van de huid of de nagel zelf.

• Bovenkant formulier

• Voorbereiding van het gereedschap:
• Maak gebruik van een hoekvijl voor het handmatig behandelen van ingroeiende nagels.
• Verzorging en bescherming:
• Pak een wattenschijf met een pincet en leg deze tussen je ringvinger en pink.
• Onderzoek de ingroeiende nagel:
• Gebruik een excavator om de nagelplooi te onderzoeken. Voel waar zich de weerstand bevindt en vraag de cliënt waar deze pijn ervaart. Dit helpt bij het lokaliseren van de ingroei.
• Fixeer de huid:
• Trek de nagelplooi open door de teen te fixeren, zodat je toegang krijgt tot de ingroeiende nagel en het behandelde gebied goed kunt zien.
• Gebruik de hoekvijl:
• Pak de hoekvijl en plaats deze in de nagelplooi, precies onder de nagel bij de plek van de ingroei.
• Druk met je duim op de nagel om tegendruk te geven wanneer je de vijl naar distaal (richting het nageluiteinde) trekt. Dit zorgt ervoor dat je een dunne laag van de nagel verwijdert.

• Herhaal het proces:
• Herhaal dit proces enkele keren totdat de ingroeiende nagel vrij ligt en de nagel niet langer in de huid drukt. Gebruik de excavator om te controleren of de nagel nu vrij is van de huid.
• Controleer de pijn:
• De ingroeiende nagel wordt als behandeld beschouwd wanneer de cliënt geen pijnklachten meer ervaart. Soms kan de client nog pijn ervaren, omdat de huid al geïrriteerd was door de ingroeiende nagel. De klacht moet na enkele dagen zijn verminderd.

• Drukvrij leggen ingroeiende nagel:

• Leg de behandelde ingroeiende nagel drukvrij en copoline, ligasano of ander geschikt materiaal.

• Onderkant formulier

Mechanisch afwerken van de unguis / nagels polijsten:

• Bescherming:

• Draag een mondmasker en een beschermbril om jezelf te beschermen tegen stof en deeltjes die vrijkomen tijdens het polijsten van de nagels.
• NB: Tijdens het frezen wordt geen gebruik gemaakt van een wattenschijfje.
• Gebruik van de frees:
• Polijst de nagels met een diamantfrees of een andere frees die geschikt is voor het polijsten en het verwijderen van oneffenheden op de nagelplaat.
• Werkrichting en motorinstelling:
• Stel het toerental van de pedicuremotor in op 30.000 - 40.000 toeren per minuut.
• Voor rechtshandigen: Werk van rechts naar links met een rechtsdraaiende motor.
• Voor linkshandigen: Werk van links naar rechts met een linksdraaiende motor.
• Fixatie van de teen:
• Houd de teen in de "sigarettengreep" en fixeer de huid van de teentop met de duim om de nagel goed te kunnen polijsten zonder de huid te beschadigen.
• Gebruik van een steunpunt:
• Zorg ervoor dat je gebruik maakt van een steunpunt.
• Polijsten van nagels:
• Bij gezonde nagels is het het beste om alleen het nageluiteinde, waar je hebt geknipt, te polijsten. Zorg ervoor dat de nagel onnodig beschadigd wordt.
• Als de nagelplaat niet helemaal glad is, kun je ook de gehele nagelplaat polijsten om deze gelijkmatig en glad te maken.
• Zorg ervoor dat je de nagel op de juiste manier polijst, in een vloeiende beweging, zonder te veel druk uit te oefenen. Te veel druk kan leiden tot beschadiging van de nagel.
• Zorg ervoor dat de nagels glad worden afgewerkt, maar let erop dat je de nagels niet te dun maakt of de huid beschadigt. Dunne nagels kunnen kwetsbaar zijn.
• Scherpe hoekjes van de nagels moeten ook worden afgerond en oneffenheden moeten worden verwijderd.
• Nagelriem behandelen:
• Overtollige delen van de nagelriem op de nagelplaat kunnen voorzichtig worden weggefreesd, maar wees voorzichtig om niet over de nagelriem zelf te frezen, omdat dit de nagelriem kan beschadigen. De nagelriem moet intact blijven.
• Desinfectie:
• Desinfecteer de voetlocatie grondig om infecties te voorkomen.
• Desinfecteer de eigen handschoenen als deze in contact zijn gekomen met freesstof.

Mechanisch afwerken hyperkeratose / eeltlocaties frezen:

Het mechanisch afwerken van hyperkeratose (eelt) en andere eeltlocaties vereist een zorgvuldige benadering om het eelt effectief te verwijderen zonder de huid te beschadigen.

• Bescherming:
• Draag een mondmasker en een beschermbril om jezelf te beschermen tegen het vrijkomen van stof en andere deeltjes tijdens het frezen.
• NB: Tijdens het frezen wordt geen gebruik gemaakt van een wattenschijfje.
• Keuze van de juiste frees:
• Voor het frezen van eeltlocaties gebruik je een frees die geschikt is voor het verwijderen van eelt, zoals een grote diamantfrees, een keramische frees, of een slijpkapje.
• Pas het toerental van de pedicuremotor aan op de grootte van de frees: hoe groter de frees, hoe lager het toerental.
• Frezen van eeltlocaties:
• Alles wat je gesneden hebt (bijvoorbeeld eelt, likdoorns of kloven) kan worden gefreesd.
• Ook niet snijdbare eeltplekken, waar zich wel een dun laagje eelt bevindt, kunnen worden verwijderd om het gebied een mooiere afwerking te geven.
• Fixatie van de huid:
• Fixeer de huid door deze in de tegengestelde richting van de freesrichting te trekken. Dit zorgt voor een betere controle en voorkomt onbedoelde huidbeschadigingen.
• Gebruik een steunpunt voor extra stabiliteit tijdens het frezen.
• Freestechniek:
• Maak lange, vloeiende bewegingen met de frees en vermijdt het stilstaan van de frees op één plek en laat de frees het werk doen. Wees voorzichtig met de druk die je uitoefent tijdens het frezen; te veel druk kan leiden tot huidbeschadiging. Frees niet alsof je een tekening inkleurt.
• Afwerking:
• Blijf frezen tot de eeltlocaties gelijkmatig zijn en het gewenste resultaat is bereikt. De huid van moet voldoende glad zijn en comfortabel aanvoelen.
• Desinfectie:
• Desinfecteer de voetlocatie grondig en verwijder al het vrij gekomen freesstof.
• Desinfecteer de eigen handschoenen als deze in contact zijn gekomen met freesstof.

Verzorging van de sulci / nagelomgeving reinigen:

Handmatig reinigen nagelomgeving:

Verweken van nageluiteinden en plooien:

• Verweken van de nageluiteinden en nagelplooien is de eerste stap voordat je de nagelomgeving gaat reinigen.
• Neem een droge wattenschijf en vouw deze dubbel.
• Leg de wattenschijf dorsaal van de hallux (grote teen) en proximaal van de nagel, zorg ervoor dat het de nagelriem niet raakt.
• Gebruik een pipetflesje met nagelverweker en druppel de vloeistof in de nageluiteinden en nagelplooien.
• Zorg ervoor dat de pipet de huid niet raakt in verband met hygiëne.
• Plaats het wattenschijfje steeds proximaal op de huid bij de nagel van de teen waar je de vloeistof hebt aangebracht.
• Gebruik de wattenschijf om overtollige nagelverweker op te vangen

Nageluiteinden reinigen:

• Het reinigen van de nageluiteinden wordt gedaan met behulp van een nagelheffer of excavator.

Stappen:

• Pak een wattenschijf met een pincet uit de wattenpot en houd deze tussen je ringvinger en pink.
• Gebruik een nagelheffer om voorzichtig de uiteinden van de nagels schoon te maken.
• Fixeer de teen met de "sigarettengreep" en zorg voor een steunpunt.
• Werk per nagel van het midden naar mediaal en vervolgens van het midden naar lateraal.
• Werk de nagels af van mediaal naar lateraal, dus van de hallux (grote teen) naar digitus 5 (kleine teen).
• Indien de nagel niet voldoende schoon is, kan je een excavator gebruiken om het achtergebleven vuil te verwijderen.

De bolle kant van de excavator moet richting de huid worden gehouden, terwijl de platte kant richting de nagelwijst. Dit helpt om schade aan de huid te voorkomen.

• Maak het instrument schoon aan het wattenschijfje in je hand.

Nagelplooien reinigen:

• Gebruik de nagelheffer om de nagelplooien voorzichtig schoon te maken.
• Houd de teen vast aan de onderzijde met duim en wijsvinger en trek de nagelplooi goed open. Zorg ervoor dat je de huid goed fixeert.
• Maak de nagelplooien schoon door zachtjes langs de nagelriem een glijdende beweging te maken. Wees voorzichtig: druk of duw de nagelriem niet hard terug, omdat deze de nagelwortel beschermt. Beschadiging van de nagelriem kan ontstekingen veroorzaken.
• Werk vanuit de hoek van de nagelriem, begin mediaal en beweeg langs de nagelriem naar lateraal, naar de nagelplooi. Ga zoveel mogelijk onder de nagel door. Werk vervolgens in de tegenovergestelde richting om de andere zijde van de nagelplooi te reinigen.
• Als je niet onder de nagel kunt komen, forceer dit dan niet, aangezien het pijn kan veroorzaken bij de cliënt.
• Indien de nagel niet voldoende schoon is, kan je een excavator gebruiken om het achtergebleven vuil te verwijderen.

De bolle kant van de excavator moet richting de huid worden gehouden, terwijl de platte kant richting de nagelwijst. Dit helpt om schade aan de huid te voorkomen. Werk nooit met de excavator bij de nagelriem, om beschadiging te voorkomen.

• Maak het instrument schoon aan het wattenschijfje in je hand

Mechanisch reinigen nagelomgeving:

Voor het mechanisch reinigen van de nagelomgeving maak je gebruik van een robbelaar, ook wel onyclean genoemd.

Je kunt dit alleen uitvoeren als je een pedicuremotor met spraytechniek bezit.

• Voorbereiding:
• Zorg ervoor dat je een mondmasker en beschermbril.
• NB: Tijdens het frezen wordt geen gebruik gemaakt van een wattenschijfje.
• Zorg ervoor dat je pedicuremotor is ingesteld op de juiste draai richting voor de nagelplooien:
• Linker nagelplooi (vanuit jou gezien) moet met een rechtsdraaiende motor worden behandeld.
• Rechter nagelplooi moet met een linksdraaiende motor worden behandeld.
• Dit voorkomt dat je de nagel per ongeluk omhoog duwt, wat pijn bij de cliënt zou kunnen veroorzaken.

• Fixeren van de teen:
• Houd de teen vast aan de onderzijde met duim en wijsvinger en trek de nagelplooi goed open.
• Frees met behulp van een steunpunt.
• Gebruik van de robbelaar (onyclean):

• oDenk aan de juiste draairichting van de frees.

• Leg de robbelaar (onyclean) langs de nagelriem en begin voorzichtig met het reinigen van de nagelplooi.
• Frees van proximaal naar distaal (richting het nageluiteinde).
• Begeleid de frees langs de nagelriem door de nagelplooi en onder het nageluiteinde.
• Herhaal de bewegingen totdat de nagelomgeving schoon is.
• Desinfectie:
• Desinfecteer de voetlocatie grondig om infecties te voorkomen.
• Desinfecteer de eigen handschoenen als deze in contact zijn gekomen met freesstof.

Plaatselijke desinfectie / nabehandeling

Plaatselijke desinfectie / nabehandeling van voetlocaties wordt uitgevoerd na de behandeling.

Plaatselijke desinfectie van de nagelomgeving:

• Voorbereiding:
• Pak een wattenschijf met het pincet uit de wattenpot en vouw deze dubbel.
• Leg het dubbelgevouwen wattenschijfje dorsaal op de hallux, proximaal van de nagel.
• Fixeren van de teen:
• Houd de teen vast met de sigarettengreep.
• Desinfecteren van de nagelomgeving:
• Druppel Dettol wondspray, 80% alcohol (of Podilon of Heka bij een intacte huid) onder het nageluiteinde en in de nagelomgeving en zorg ervoor dat het middel gelijkmatig verdeeld wordt.

• Vang overtollig vocht op met het wattenschijfje.

Verzorging van kloven en kwetsbare locaties:

• Kloven en andere kwetsbare locaties kunnen extra zorg vereisen. Breng desinfecterende zalf aan op de beschadigde huid.
• Indien nodig, dek de behandelde gebieden af met een gaasverband of pleister om de bescherming te verbeteren en verdere irritatie of infectie te voorkomen.
• Bij wondjes volgt het protocol voor wondverzorging.

Wondverzorging:

Bij een niet-intacte huid (dus ook bij een niet bloedend wondje) dient altijd wondverzorging te worden toegepast.

• Meld een wondje:
• Als er een wondje ontstaat tijdens de behandeling, meld dit dan direct bij de docent of assessor. De docent of assessor kan dan controleren of het juiste protocol van het verzorgen van een wondje wordt toegepast.
• Gebruik een steriel gaasje:
• Pak een steriel gaasje. Dep nooit met een watje op de wond, om te voorkomen dat er vezels in het wondje achterblijven.
• Spoel de wond schoon:
• Spoel de wond schoon met een pipetflesje met fysiologische zoutoplossing. Raak de huid niet aan met het pipetje om hygiënische redenen.
• Bij aanhoudende bloeding:
• Indien de bloeding aanhoudt, gebruik dan een bloedstelpend middel, zoals Willospon, Cutanplast, Spongostan, of Curaspon om de bloeding te stoppen.

• Desinfecteer de wond:
• Desinfecteer de wond met een desinfecterend middel, voorzien van RVG-nummer, zoals Dettol wondspray, Betadine oplossing, of alcohol 70-80% (alcohol prikt echter in de wond).
• Gebruik een steriel gaasje of wattenschijfje (maar raak de wond niet aan met een wattenschijfje) om overtollig vocht op te vangen tijdens de desinfectie.
• Dek de wond af:
• Dek de wond af met een hypoallergene pleister of een gaasverband om verdere besmetting te voorkomen en het genezingsproces te bevorderen.
• Vervang vervuilde instrumenten:
• Vervang het vervuilde mesje of het gebruikte instrument waarmee het wondje is veroorzaakt.
• De betreffende instrumenten moeten eerst gereinigd en gedesinfecteerd worden voor hergebruik.
• Vervang de vervuilde handschoenen door nieuwe, schone handschoenen.
• Herhaal wondzorg aan het einde:
• Na het afronden van de behandeling, verzorg de wond opnieuw en dek deze af met een pleister of gaasverband.
• Instructies voor de cliënt:
• Instrueer de cliënt over verdere controle en wondverzorging thuis, zoals:
• Controleer het wondje of deze is gestopt met bloeden en of er wondgenezing optreedt.
• Spoel de wond schoon onder de douchekop met lauw water.
• Desinfecteer de wond en vervang de pleister.
• Verwijder de pleister na 24 uur en vervang deze met een schone pleister.
• Rapporteer het wondje:
• Vermeld het ontstaan van een wondje in het behandelverslag of maak een rapportage zodat dit gedocumenteerd wordt.
• Controle bij slechte wondgenezing:
• Bij slechte wondgenezing, neem na enkele dagen contact op met de cliënt en controleer de wond.

Drukvrij leggen van een voet locatie:

Drukvrij leggen van de nagelwal bij een ingroeiende nagel:

• Kies het juiste materiaal:
• Er zijn verschillende hulpmiddelen om drukvrij te leggen, zoals Copoline, Ligasano, Opraclean, Unitule of Tampograss.
• Snijden van het materiaal:
• Knip met een verbandschaar een klein driehoekje of wigje van het gekozen materiaal af op de juiste lengte.
• Zalf aanbrengen:
• Breng een geschikte zalf (zoals L-Mesitran, Betadinezalf of Calendulazalf) aan op een palpator of spatel.
• Plaatsen van het antidrukmateriaal:
• Leg het smalle gedeelte van het antidrukmateriaal (zoals Tampograss) proximaal van de nagelplooi en werk het onder de ingroeiende nagel.
• Het doel is om de druk te ontlasten en te voorkomen dat de nagel verder in de huid groeit.
• Verwijderen van overtollige zalf:
• Veeg overtollige zalf weg met een wattenschijfje.

• Leg de nagel niet drukvrij als er een wondje of andere huidbeschadiging is ontstaan.
• Het drukvrij leggen van een ingroeiende nagel is verplicht om uit te voeren als de ingroeiende nagel behandeld wordt tijdens het examen.

• Drukvrij leggen van een likdoorn:

• Viltring voorbereiden:
• Neem een viltring en schalm de viltring af (knip de rand schuin af), zodat de viltring geleidelijk afloopt.
• Knip de viltring in, zodat de druk van de likdoorn weg kan vloeien.
• Plakken van de viltring:
• Plaats de viltring proximaal van de likdoorn met de ingeknipte zijde richting distaal (in de richting van het nageluiteinde).
• Fixeren:
• Fixeer de viltring met Fixomull Stretch of ander fixatiemateriaal. Zorg ervoor dat de hoeken van het fixatiemateriaal afgerond zijn om drukplekken te voorkomen.
• Breng het fixatiemateriaal aan zonder plooien.
• Vermijd circulair afplakken, omdat dit stuwing of afknelling kan veroorzaken.
• Voorkomen van verkeerde plaatsing:
• Plak geen viltring onder de voet, omdat dit ongemak of extra druk kan veroorzaken.

• Drukvrij leggen van een voetlocatie:

• Gebruik van fleecyweb of vilt:
• Fleecyweb heeft een specifieke breirichting. Het is belangrijk om te zorgen dat de breirichting in het looppatroon ligt.
• Afmetingen van het materiaal:
• Neem een stuk materiaal dat groot en dik genoeg is om de gewenste druk te verlichten. Bij vilt schalm je de randen af.
• Bij het behandelen van de voorvoet moet de gehele voorvoet drukvrij gelegd worden om de belasting goed te verdelen.
• Zorg ervoor dat de padding passend is, niet te smal, te breed, te kort of te lang. De padding mag geen extra druk veroorzaken.
• Fixatie:
• Fixeer het paddingmateriaal met Fixomull Stretch of een ander geschikt fixatiemateriaal.
• Breng het fixatiemateriaal aan zonder plooien.
• Zorg ervoor dat er geen nieuwe drukplekken ontstaan door verkeerd fixeren of verkeerde plaatsing van materialen.

• Het drukvrij leggen van een likdoorn of andere voetlocaties is niet verplicht om uit te voeren tijdens het examen.

Behandeling van een (wrijvings-) blaar:

• Een blaarbehandeling is niet verplicht is bij het examen, maar in de praktijk komt dit regelmatig voor bij mensen die veel lopen of staan.
• Hieronder worden de adviezen en de wijze van een blaarbehandeling omschreven.
• Preventie van blaren:

• Gebruik van blarenpleisters:
• Blarenpleisters (hydrocolloïd blarenpleisters) kunnen helpen bij het voorkomen van blaren of het behandelen van een blaar die al opkomt. Deze pleisters zorgen ervoor dat de huid goed wordt beschermd tegen wrijving.
• Let op: Gebruik blarenpleisters niet tijdens lange afstandswandelingen of andere duursporten, omdat de blaar dan vaak moeilijker te behandelen is.

• Behandeling van een gesloten blaar:

• Laat de blaar gesloten:
• Als de blaar intact (gesloten) blijft, is het het beste om deze gewoon met rust te laten. Het risico op infectie is lager. Het lichaam kan de blaar van binnenuit op een natuurlijke wijze genezen.

• Prikken van de blaar:
• oAls je denkt dat de blaar gaat scheuren of als de blaar veel pijn veroorzaakt, kun je ervoor kiezen om de blaar door te prikken. Let op: Brandblaren mag je nooit doorprikken.

• Stappen om een wrijvingsblaar aan te prikken:
• Werk hygiënisch en veilig:
• Maak eerst de blaar en de omgeving goed schoon met stromend water of ontsmettingsmiddel.
• Gebruik een steriele blaarprikker (bloedlancet) of een steriele naald.
• Prik de blaar op twee plaatsen door aan de basis van de blaar (de plek waar de blaar zich met de huid heeft verbonden).
• Laat de blaar voorzichtig leeglopen door er zachtjes op te drukken met een gaasje.
• Gooi de gebruikte naald of blaarprikker veilig weg, bijvoorbeeld in een naaldcontainer.

• Wondverzorging na het doorprikken:

• Afdekken van de blaar:
• Dek de blaar af met een wondpleister of een steriel niet-verklevend kompres. Zet dit kompres vast met een kleefpleister of fixatiepleister.
• Als de blaar open is:
• Maak de wond schoon en dek deze af met steriel verband of een pleister.
• Zorg ervoor dat het verband ruim over de blaar zit, zodat het goed afgedekt is en voorkom dat het verband gaat schuiven of plooien vormt.
• Het verband kan na één dag vervangen worden.

• Medische hulp:

• Neem contact op met de huisarts als de blaar tekenen van infectie vertoont, zoals roodheid, zwelling of pus.
• Diabetespatiënten moeten altijd contact opnemen met een pedicure of huisarts voor de behandeling van blaren, aangezien zij een verhoogd risico op infecties hebben door verminderde bloedcirculatie en zenuwfunctie.

Blauwdrukken maken en interpreteren

• Blauwdrukken worden gebruikt om de drukverdeling en de vorm van de voet in kaart te brengen. Dit is nuttig bij het onderzoeken van voetafwijkingen, het plannen van behandelingen en het aanpassen van orthopedisch schoeisel. Medische voetafwijkingen kunnen vaak vroegtijdig worden opgespoord door deze blauwdrukken, zodat passende behandelingen kunnen worden ingezet.
• Er worden twee soorten blauwdrukken gemaakt: een statische blauwdruk (in rust) en een dynamische blauwdruk (bij afwikkeling).
• Statische blauwdruk maken
• De statische blauwdruk wordt vaak gebruikt om de structuur van de voet en drukverdeling in de voet (in rust) in kaart te brengen. Dit biedt informatie om verschillende voetstandafwijkingen en afwijkingen in weefsels in de voet te identificeren.
• Voorbereiding:

Tijdens het examen heb je 3 pogingen voor het maken van een statische blauwdruk en 3 pogingen voor het maken van een dynamische blauwdruk.

Je maakt een statische- en dynamische blauwdruk van beide voeten.

Laat de cliënt van tevoren zelf slippers meenemen.

Maak gebruik van handschoenen (eventueel 2 paar handschoenen over elkaar heen aantrekken).

Zorg ervoor dat de voeten van de cliënt worden gedesinfecteerd.

Blauwdrukraam voorbereiden: Rol de roller over het blauwdrukraam zodat de inkt gelijkmatig wordt verdeeld en desinfecteer het blauwdruk raam voor gebruik.

Bij elke nieuwe blauwdruk moet het raam opnieuw gerold worden.

Het maken van de statische blauwdruk:

• Instructies aan de cliënt:

• De cliënt trekt beide schoenen of slippers en sokken / kousen uit.
• Beide roekspijpen moeten (indien van toepassing) worden opgerold.
• De cliënt gaat met beide voeten naast het blauwdrukraam staan, waarbij het raam in het midden van de voeten wordt geplaatst.
• De cliënt maakt gebruik van een steunpunt om zijn/haar evenwicht te behouden.
• Jij tilt de voet van de cliënt op het blauwdrukraam. De knie mag iets gebogen worden, en je plaatst de voet op het blauwdrukraam.
• De cliënt moet rechtop blijven staan met de hielen op de grond en de voeten evenwijdig aan elkaar. Laat de cliënt naar voren kijken.
• Het steunpunt mag daarna losgelaten worden.
• Er wordt een omtreklijn gemaakt om de voet. Je maakt de afdruk via de voorzijde van de cliënt.
• Je begint bij het midden van de achterzijde van de hiel en steekt vanaf de achillespees recht omlaag, zodat de spatel de bodem raakt.
• Werk vervolgens aan één zijde van de voet naar voren, richting de tenen.
• Werk daarna verder via de midden-achterzijde van de hiel naar de andere zijde van de voet, richting de tenen.
• De omlijning wordt niet in één ronde beweging gemaakt, maar doe dit stapsgewijs.
• Zorg ervoor dat je hand niet op de voet of enkel steunt, om te voorkomen dat je druk uitoefent en de afdruk vertekent.
• De spatel moet recht gehouden worden en mag niet onder de voet of tenen komen, omdat dit een vertekend beeld kan geven over het vetpolster en een onjuiste afdruk kan opleveren.

• Markeren van specifieke punten:
• Plaats streepjes om de volgende referentiepunten aan te duiden:
• oCentrum van de binnen- en buitenenkel.
• oCentrum van CM 1 en CM 5 (de kopjes van de middenvoetsbeenderen).
• oHet midden van de achterzijde van de hiel.
• Bij de blauwdrukken van een medisch pedicure moeten de volgende extra streepjes worden geplaatst:
• oCentrum van het scheepvormig been / os naviculare.
• oCentrum van het 5e middenvoetsbeen / BM 5.
• Let op: Voordat je streepjes plaatst, moet je de centra van deze punten palperen (voelen) om de juiste locatie te vinden.

Plaatsing van de streepjes:

Zorg ervoor dat je precies en nauwkeurig werkt. Ga niet heen en weer, want dit kan onnauwkeurige streepjes veroorzaken.

De streepjes moeten aan de omlijning van de voet aansluiten.

Plaats de streepjes alleen van de huid af en ga niet heen en weer terug, omdat je dan mogelijk geen nauwkeurig streepje of juist een dubbel streepje hebt geplaatst. Het plaatsen van de streepjes komt zeer nauwkeurig.

• Afwerking van de blauwdruk:

Als de afdruk gemaakt is, kan de cliënt het steunpunt weer vastpakken. Vervolgens haal je de voet van de cliënt van het blauwdrukraam af. De cliënt stapt er niet zelf af.

Het blauwdrukraam wordt opnieuw gerold voor de volgende afdruk.

Na afloop wordt het blauwdrukraam gedesinfecteerd (hoeft niet na elke afdruk, maar wel aan het eind van de sessie).

• Blauwdrukken interpreteren en documenteren.

Het interpreteren van de statische blauwdruk

• Een statische blauwdruk geeft inzicht in de verdeling van drukpunten en de stand van de voet in rust. Door de afdruk goed te analyseren, kun je de volgende zaken afleiden:

• Verhoogde druklocaties:

• Identificeer de drukpunten van de voet, zoals bij de tenen, de bal van de voet of de hiel. Deze plekken kunnen wijzen op overbelasting of een verkeerde voetstand.
• Afwijkende beelden van ossale / benige delen

Veranderingen in de botstructuur:

oVoettype of standafwijkingen van voet.

oStandafwijkingen van de tenen (bijv. hallux valgus).

oVerhoogde voetbogen.

oVerlaagde voetbogen.

oNormale voetbogen.

• Afwijkende beelden weefseldelen

Veranderingen in de structuur van het weefsel:

• Het vetpolster van de voet bepalen.
• Het herkennen van oedeem, verhevenheden, verdikkingen of noduli (zachte verdikkingen of bultjes), capitondegeneratie (beschadiging vetweefsel bij de hiel) of verschuiving van het plantaire vetkussen.

• Ontbrekende delen:

• oTenen of andere delen van de voet die niet zichtbaar zijn op de blauwdruk. Bijvoorbeeld teenstandafwijkingen, onderbreking laterale lengteboog, amputatie.

Bovenkant formulier

Dynamische blauwdruk maken

De dynamische blauwdruk wordt gebruikt om de voetafwikkeling tijdens het lopen in kaart te brengen. Dit biedt waardevolle informatie over de manier waarop de cliënt zijn of haar voet afwikkelt, wat kan helpen bij het identificeren van afwijkingen in de afwikkeling en drukpunten.

Het maken van de dynamische Blauwdruk:

Instructies aan de cliënt:

• De cliënt moet vlak voor het blauwdrukraam gaan staan en vervolgens één grote stap naar achteren zetten, zodat de voet de ruimte heeft om natuurlijk af te wikkelen over het raam.
• Blauwdrukraam plaatsen: Het raam wordt in de juiste richting geplaatst, afhankelijk van de voetstand (bijvoorbeeld in abductie voor een bepaalde afwikkeling).
• De cliënt moet de voet in een vloeiende beweging over het blauwdrukraam afwikkelen. Je kunt de cliënt hierbij ondersteunen of helpen met de afwikkeling om ervoor te zorgen dat de beweging natuurlijk verloopt.

Stappen tijdens het afwikkelen:

• Eerste stap: De cliënt zet de voet vóór het blauwdrukraam.
• Tweede stap: De cliënt plaatst de voet op het blauwdrukraam.
• De cliënt moet minimaal twee passen doorlopen op een natuurlijke wijze, waarbij de afwikkeling van de voet goed zichtbaar wordt.
• De loopafstand tussen de voet en het blauwdrukraam is cruciaal voor een correcte en natuurlijke voetafwikkeling.

Gedurende de afwikkeling:

• Observeer de wijze van afwikkeling van de voet tijdens het lopen. Dit geeft inzicht in de drukverdeling en de afwikkelingstechniek.
• Afwerking van de blauwdruk:

• Blauwdrukraam opnieuw rollen voor een nieuwe blauwdruk.
• Desinfecteer het blauwdrukraam aan het einde van de sessie (hoeft niet na elke afdruk).
• Blauwdrukken interpreteren en documenteren.

Het interpreteren van de dynamische blauwdruk

Met een dynamische blauwdruk kun je de afwikkeling van de voet en de drukverdeling tijdens het lopen analyseren. De belangrijkste aspecten die je kunt afleiden zijn:

• Verhoogde druklocaties:
• Zoek naar drukpunten van de voet, zoals bij de tenen, de bal van de voet, of de hiel. Deze locaties kunnen aangeven waar de cliënt mogelijk overbelast wordt.
• Afwikkeling van de voet:

• Rechte afwikkeling: Een normale afwikkeling is van de laterale hiel naar de mediaal voorvoet en afzet van de hallux (grote teen). Dit betekent een vloeiende overgang van de hiel naar de bal van de voet en afzet van de grote teen.
• Afwijkende afwikkeling:
• Over mediaal: Als de cliënt de voet voornamelijk over de mediale (binnenzijde) van de voet afwikkelt, zal de binnenkant van de afdruk donkerder zijn. Dit kan wijzen op overprate van de voet of een afwijkende voetstand.
• Over lateraal: Als de afwikkeling voornamelijk over de laterale (buitenzijde) van de voet plaatsvindt, zal de buitenkant van de afdruk donkerder zijn, wat kan wijzen op overmatige supinatie van de voet of een afwijkende
• voetstand.

Noteren van gegevens:

• Vermeld tijdens het examen of tijdens de les altijd de datum en je naam op de blauwdrukken.
• In je eigen praktijk is het belangrijk om de naam van de cliënt en de datum te vermelden. Dit zorgt ervoor dat je altijd kunt terugverwijzen naar de specifieke blauwdrukken van de cliënt en weet wanneer deze gemaakt zijn.

Bovenkant formulier

Onderkant formulier

Bovenkant formulier

Onderkant formuliere bewerken